“Een paar jaar geleden …”: is indertijd die formulering gebruikt voor een instemmingsverzoek? Zo nee, hoe luidde de formulering dan?
Een visie is iets wat een directie heeft (of niet, kan ook, maar dan heb je een ander probleem) m.b.t. de richting waarheen een organisatie moet/kan. Op zich is een visie geen WOR-zaak in de zin van instemming of advies. Is ook niet genoemd onder de limitatieve opsomming in art. 27. Zaken die daaruit voortvloeien, kunnen wel advies– of instemmingsaangelegenheden zijn.
Als de visie van een directie bijvoorbeeld is, dat er over een paar jaar een flinke uitbreiding moet zijn gerealiseerd, dan kan de OR zijn vragen stellen over de manier waarop men dit denkt te bereiken, wat voor gevolgen dit heeft enz. Misschien staat dit al in een toelichting op die (zorg)visie. De uitbreiding kan dan vallen onder verschillende onderdelen van art. 25: adviesrecht.
Als er bv. competentiemanagement bij wordt ingevoerd, omdat men mensen in dienst nodig heeft, die die uitbreiding kunnen managen, of omdat er bij een andere werkwijze andere competenties/vaardigheden van medewerkers nodig zijn, kan het zijn dat er een ander functiewaarderingssysteem gaat komen, een wijziging in het aanstellings- en/of ontslagbeleid, loopbaanbeleid, enz., alles zaken die t.z.t. instemmingsplichtig zijn (art. 27 wor).
De OR kan tijdig melden,dat hij bij het een en/of het ander betrokken wil zijn, wanneer (vroeg meepraten, of pas bij voorgenomen besluiten), en hoe. Staan er dergelijke zaken in die visie genoemd?
“De directeur is van mening dat iedereen mee heeft kunnen praten …” - is het onderwerp van gesprek geweest in een overlegvergadering? Heeft de OR geweten dat iedereen zijn zegje kon doen? Zo ja, is er toen al iets over gezegd door de OR?
Is erover gesproken in een algemene vergadering (art. 24 WOR)? Wat heeft de OR al wel/niet gedaan met de punten die hij heeft? Zijn die al ingebracht? Zo ja, wat is de reactie van de directie daarop geweest? Zo nee, waarom niet?
Let wel:
- als iets een aantal jaren geleden abusievelijk ter instemming is voorgelegd (d.w.z.: als de juiste formulering toen ook is gebruikt)
- kan het zijn dat een directie nu “voortschrijdend inzicht” heeft dat dat indertijd niet klopte (hooguit advies- of instemmingsrecht voor zaken die t.z.t. plaats gaan vinden, en natuurlijk wel overleg- en initiatiefrecht op dat moment )
- nu zal proberen zeker onder instemmingsrecht uit te komen (wel heel zwaar: een veto op richtinggevende gedachten) en dit waarschijnlijk ook voor elkaar krijgt (alle omstandigheden bij elkaar genomen, wel of niet al voldoende argumenten gebruikt)
- maar wat is belangrijker daarbij: dat je als OR je recht gaat proberen te halen, of dat je alsnog je ideeen wilt inbrengen, als je dat nog niet hebt gedaan?
Stel: de OR brengt zijn voorstellen in, met goede argumenten. Zal de directeur die argumenten dan overboord gooien? Stel het laatste: de OR kan op dat moment in elk geval schriftelijk aangeven, dat hij t.z.t. gebruik wil maken van zijn adviesrecht over de wijzigingen die vallen onder art. 25, en van zijn instemmingsrecht van alles wat gaat vallen onder art. 27 wor. Hier kan een schriftelijke bevestiging op gevraagd worden. (Dan nog kan er verschil van mening ontstaan over wat er dan onder moet vallen. Dit kan de OR gaan benoemen, maar op het moment dat je dergelijke zaken vastlegt, kunnen er weer andere zaken buiten gaan vallen.)
Een mooi onderwerp voor een OR-scholing (hebben jullie de 5 dagen al opgemaakt dit jaar? Zo niet, dan is daar nog een mooie gelegenheid voor.). Daarbij kan ook het aspect communicatie naar de achterban worden meegenomen: hoe betrek je als OR die in het gehele vervolgtraject.