In aanvulling op het voorgaande:
- lastig is dat de wet aangeeft, dat het aantal uren “gezamenlijk vastgesteld moet worden”. Als een vorige OR dit niet heeft kunnen regelen (eenmaal gemaakte afspraken gaan automatisch over naar de volgende OR, als er geen clausule en afloopdatum in is opgenomen), zal er nog iets geregeld moeten worden. En … dat betekent onderhandelen. Met het risico dat je niet krijgt wat je wilt. Of: de kans dat je wel krijgt wat je wilt. Dit laatste komt beter binnen beeld als je de uren die je nodig hebt als OR, ook goed kunt beargumenteren.
Dat betekent ook, dat je voor goede onderhandelingen beter beslagen ten ijs komt, als je die van tevoren eens bij gaat houden gedurende een bepaalde periode, en/of als je aan kunt tonen hoeveel werk er met alles gemoeid is.
Een OR die veel controleert, zal meer uren nodig hebben om alle stukken goed door te nemen.
Een OR die alleen op hoofdlijnen meedenkt en ervan uitgaat dat alle stukken professioneel in elkaar zitten, heeft wellicht minder tijd nodig.
Datzelfde geldt voor de commissies: het hangt ervan af welke opdracht ze meekrijgen vanuit de OR.
- Bij het instellen van commissies dat in principe een zaak van de OR is, maar … volgens de wet ook besproken moet worden met de ondernemer, is dit - neem ik aan - gebeurd op basis van een instellingsbesluit. Dan sta je sterk: dat instellingsbesluit is dan door de ondernemer niet aangevochten. Dat betekent, dat de ondernemer (voor hem de bestuurder, degene die het overleg met de or voert) eigenlijk achter het instellingsbesluit, dus achter de commissie staat. Is er nu een leidinggevende die lastig doet, dan is het aan de OR om in overleg met de bestuurder te gaan en ervoor te zorgen dat die leidinggevende terechtgewezen wordt. Of positief benaderd: op andere gedachten wordt gebracht.
Degene die in de OR zit als lid, mag dus (zie eerder bericht) niet benadeeld worden.(zie art. 21 WOR: als je ze niet ergens in een boekje hebt, zie: www.arbeidsrechter.nl, rechts onderaan: wetten, of op de startpagina van or.nl).
Let wel: het mag niet, het kan wel, dat lijkt bij jullie het geval te zijn. Probeer als gehele OR die or-leden die het overkomt, te beschermen door als OR met de bestuurder hierover te praten. Afspraken te maken. Waar de directie achter staat.
Ook hier weer: een themaochtend of -middag of een hele training met een OR-opleider/coach/trainer zou hier een goede optie zijn.
Succes.