Gemeenschappelijke OR, verdeeld over meerdere lokaties, waarvan ook in het buitenland, met 7 leden (recht op 9, maar ooit 2 op basis van WOR-mogelijkheid ingeleverd en in onderhandeling gebruikt om meer ambtelijke ondersteuning te krijgen: totaal 20-24 uur).
OR-leden: in principe 4 uur per week (meer nodig? onderhandelen); realiteit: niet gauw extra uren betaald, wel in vrije tijd gedraaid;
DB: 2 uur per week extra (meer nodig? onderhandelen)
Scholing: recht op 5 dagen (minimaal gebruik hiervan: argument tijdgebrek en hoge kosten, plus in jaar van verkiezing: het feit dat er afgebouwd wordt; en voor wie in een commissie zit: 3 dagen extra (nog minder gebruikt: argument tijdgebrek en hoge kosten).