Hen,
Volledige info op: www.orpensioen.nl
Onderstaande een stukje “knip- en plakwerk”. BRON: Montae Advies.
Prepensioen en levensloopregeling met elkaar vergeleken
Om te beoordelen of de levensloopregeling qua kosten en opbouw een goed alternatief is voor het prepensioen hebben wij de volgende situatie nader bestudeerd. Voor werknemer 1, 31 jaar oud, werknemer 2, 41 jaar oud en werknemer 3, 51 jaar oud, hebben wij berekend of deze beter af zijn met een levensloopregeling of met een prepensioenregeling.
De prepensioenregeling ziet er als volgt uit:
Opbouw 2% per dienstjaar over het pensioengevend salaris
Doel in de levensloopregeling is om op 63 jaar te stoppen met werken en een uitkering te ontvangen ter hoogte van 70% van het salaris.
De verschillen tussen prepensioen en de levensloopregeling zijn in onderstaand schema uiteen gezet.
Kenmerken Prepensioen Levensloopregeling
Deelname Verplicht Individueel
Verschil in regeling Gegarandeerde aanspraak Spaarsaldo
Kosten voor rekening van Werkgever en/of werknemer Werknemer
Wijze waarop de inleg rendeert Actuarieel, sterfte en interest Rente
Kosten Verzekeringskosten Niet bekend
Prepensioen en de levensloopregeling zijn geen overeenkomstige regelingen, behalve dat zij beiden ertoe bij kunnen dragen dat de deelnemer eerder dan zijn 65ste stopt met werken. De deelnemer aan de prepensioenregeling neemt verplicht deel aan deze regeling, terwijl de deelname aan de levensloopregeling individueel te bepalen is.
In de prepensioenregeling wordt een gegarandeerde aanspraak toegezegd, dit betekent dat de deelnemer een bepaalde uitkering ontvangt. In de levensloopregeling wordt geen uitkering toegezegd, maar wordt een spaarsaldo opgebouwd dat kan worden aangewend om eerder te stoppen met werken. De begunstigde kan zelf bepalen hoeveel hij hieraan onttrekt. Het is overigens best mogelijk dat een verzekeraar besluit bij een bepaald saldo een bepaald rendement te garanderen.
De werknemer is zelf degene die de levensloopregeling financiert. In de prepensioenregeling is de werkgever degene die de toezegging aan de werknemer doet. Afhankelijk van de toezegging betaalt ofwel de werknemer, ofwel de werknemer in combinatie met de werkgever de premie voor het prepensioen. In beide regelingen geldt dat de premie of inleg fiscaal aftrekbaar is voor de werknemer (en ook voor de werkgever).
De inleg in de levensloopregeling zal waarschijnlijk (dit is nog niet bekend gemaakt) worden opgerent met een rente, conform de reguliere spaarrekening, aangezien het geld direct opvraagbaar moet zijn. Men kan immers een verlofregeling op ieder gewenst moment in laten gaan.
Voor drie werknemers hebben wij doorgerekend hoe hun situatie is als zij prepensioen zouden krijgen of als zij individueel ervoor kiezen om gebruik te maken van de levensloopregeling. In de levensloopregeling hebben wij rekening gehouden met een rente van 3% die op de spaarrekening. Bij de berekening van de premie van het prepensioen zijn wij uitgegaan van een rekenrente van 3% en de sterftetafel GBM 1990/1995. Verder hebben wij rekening gehouden met administratiekosten van 0,355 van het verzekerd kapitaal , incassokosten van 2% en eerste kosten van 3% van het verzekerd kapitaal.
Werknemer 1
Werknemer 1 is 31 jaar oud en verdient € 30.000,– per jaar. Hij wil graag op 63 jaar stoppen met werken. Voor deze werknemer betekent dit het volgende.
Prepensioen Levensloopregeling
Aanspraak/spaarbedrag per jaar 32 * 2% * 30.000 = 19.200 70% * 30.000 = 21.000
Kosten per jaar Circa 715 Circa 780
Werknemer 2
Werknemer 2 is op dit moment 41 jaar oud. Ook voor hem hebben wij berekend wat er gebeurt als hij nu ofwel voor prepensioen of voor de levensloopregeling kiest. Deze werknemer verdient € 30.000,– per jaar.
Prepensioen Levensloopregeling
Aanspraak/spaarbedrag per jaar 22 * 2% * 30.000 = 13.200 70% * 30.000 = 21.000
Kosten per jaar Circa 815 Circa 1.335
Werknemer 3
Werknemer 3 is 51 jaar oud en verdient ook € 30.000,– per jaar. De verschillen zien er voor hem als volgt uit.
Prepensioen Levensloopregeling
Aanspraak/spaarbedrag per jaar 12 * 2% * 30.000 = 7.200 70% * 30.000 = 21.000
Kosten per jaar Circa 950 Circa 2.875
Doordat beide regelingen zeer verschillend zijn, komen er ook verschillende uitkomsten uit onze berekeningen. In de prepensioenregeling kan maar 2% per dienstjaar worden opgebouwd, terwijl in de levensloopregeling vrijwillig en individueel maximaal 12% per dienstjaar kan worden opgebouwd. (Het uiteindelijke spaarbedrag is wel gemaximeerd op 1,5 jaarsalaris, maar in deze casus vormt dat geen belemmering). De werknemer kan zelfstandig bepalen hoeveel hij spaart.
In onze voorbeelden wordt minder opgebouwd in de prepensioenregeling. Hierin wordt bij de verschillende leeftijden minder dan 70% prepensioen opgebouwd, dit omdat de opbouw per dienstjaar is gemaximeerd op 2%. De kosten voor het prepensioen zijn daardoor aanmerkelijk lager. De opgeven premie is een jaarpremie die gebaseerd is op de leeftijd van de deelnemer. Jaarlijks zal de premie voor het prepensioen stijgen.
In onze voorbeelden van de levensloopregeling, wordt voor alle drie de deelnemers een gelijk uitkeringsniveau opgebouwd. Dit bedraagt 70% van het salaris, te weten
€ 21.000,– per jaar. Dit betekent dat werknemer drie maar 11 jaar de tijd heeft om dit op te bouwen, terwijl werknemer één 32 jaar de tijd heeft om dit op te bouwen. De inleg voor werknemer drie is daardoor veel hoger dan de inleg voor werknemer drie. Het voordeel van de levensloopregeling is dat een relatief groot bedrag (12%van het inkomen mag worden gespaard. Ook op latere leeftijd is het nog mogelijk om een aanzienlijk “pensioen” op te bouwen, terwijl het in een prepensioenregeling niet mogelijk is om op een bepaald niveau te komen.
Conclusie
Hoewel de beide regelingen van elkaar afwijken hebben wij na de vergelijking de volgende voordelen uit de levensloopregeling kunnen afleiden:
1. in relatief korte tijd kan een behoorlijk bedrag voor eerder te stoppen met werken worden gespaard,
2. de deelnemer bepaalt zelf de hoogte van de inleg en daarmee zijn mogelijkheid om eerder te stoppen met werken.
Groot verschil met de prepensioenregeling is dat vooralsnog de regeling individueel is. De mogelijkheid om een hoog bedrag te storten zal ten koste gaan van het inkomen, waardoor het de vraag is of veel mensen het maximale bedrag zullen gaan sparen.